Een paar tips van dove ouders:

1. Zet jezelf in als een soort antenne voor je kind, houd met één oog in de gaten of je kind nieuwe veranderingen in de omgeving meekrijgt. Bijvoorbeeld:
• Er komt visite binnen, of er gaat iemand weg: heeft je kind dit op dat moment door? Wijs het erop. Laat het zien waar jouw aandacht naartoe gaat.
• (Bij wat oudere kinderen:) Door hier en daar de gesprekken te tolken of samen te vatten voor je kind, bijvoorbeeld op een verjaardagsfeestje of in een lawaaiige omgeving, voelt je kind zich veiliger en meer betrokken bij zijn omgeving. Ook als het niet alles kan verstaan. Dan hoort het toch erbij en ben je als ouder een anker voor je kind.
2. Zet je kind in ruimtes zo neer, dat het goed overzicht heeft over de ruimte, de aanwezige mensen.
3. Een jong kind kan in de draagzak meekijken met de ouder naar de omgeving en voelt fysiek dat de ouder nabij is.
4. Ideaal is als je als ouder altijd volwaardig met je kind kunt communiceren, ook als de hoorapparaten of CI's uitstaan. Of als er veel omgevingslawaai is. Het beheersen van de gebarentaal zorgt ervoor dat je als ouder altijd aanspreekbaar blijft voor je kind. Zo wordt de beleving van doofheid als handicap kleiner voor het kind. Niet alles hangt dan af van het functioneren van de oren.
5. Jouw tegemoet komen aan het kind is voorleven voor het kind. Zo kan het leren zelf ervoor te zorgen zich zo te positioneren in zijn leven dat het zich prettig voelt.
6. Zet geregeld dove en slechthorende mensen in. Volwassenen en kinderen. Wees nieuwsgierig, ga samen ontdekken wat de dovenwereld is. Voor je kind kan het een bijzondere en leerzame ervaring zijn te zien dat een ander ook doof of slechthorend is, en hoe die persoon het doet in gezelschap van mensen.